Het ontstaan van het museum

Damlaan

In mijn kleutertijd ben ik al besmet geraakt met het Renaultvirus.

Als ik naar school liep, kwam ik altijd langs een Renaultdealer op de hoek van de Damlaan / Burgermeester Honnerlage Gretelaan (Schiedam), waar nu een Kwikfit is gevestigd.

Wellicht is het daar allemaal door gekomen.

Ik droomde van een parkeergarage, gedeeltelijk omgebouwd tot woonhuis, met een hele collectie Renaults er in.

Mijn opa had altijd een aantal modelautootjes in een vitrinekast staan en dat wilde ik ook, maar dan van Renault uiteraard.

Toen we naar Alblasserdam waren verhuisd, zijn mijn ouders Renault gaan rijden en kwamen we regelmatig bij Autobedrijven van Wijngaarden in Papendrecht, waar ik dan altijd weer wat van Renault probeerde te “scoren”.

In de loop der jaren is de verzameling van modelauto’s, vlaggen, folders, posters en dergelijke zo behoorlijk gegroeid en begon de drang naar het verwezenlijken van de oorspronkelijke droom heftiger te worden, na het behalen van mijn rijbewijs.

Het begon met een blauwe Renault 5 Parisienne 2 en er volgden er gauw meer.

Nadat ik mijn partner Kees had leren kennen en we samen in Rotterdam zijn gaan wonen, konden we van een oom een loods kopen, waardoor we een locatie hadden waar we Renaults in 1:1 konden gaan sparen.

Het was dan wel geen parkeergarage, maar het kwam in ieder geval in de buurt.

Nadat we in de krant ontwerpen zagen van allerlei vormen van winkelcentra op de plek waar onze loods stond, kregen we het idee dat het toch misschien wel wijs was iets anders te gaan zoeken om de auto’s onder te brengen.

Na een paar jaar zoeken in de regio, waren we er wel achter dat er niets betaalbaars te vinden is in de buurt van Rotterdam (Hillegersberg) en zijn we op zoek gegaan in een ruimer gebied.

Na een tip van een collega van Kees zijn we uiteindelijk in Bergambacht geslaagd, al was het niet alleen en loods, maar waren er ook nog 2 extra kleinere loodsen en een woonhuis erbij.

De grote loods zijn we gelijk gaan verbouwen om daar het museum te vestigen en de 2 kleinere loodsen zijn bedoeld voor onderdelen en voor auto’s uit het museum, zodat de opstelling regelmatig ka worden gewijzigd.

Verder is er een archief met werkplaatshandboeken, onderdelenboeken, folders e.d., waar op verzoek informatie uit verkregen kan worden.

De posters hebben een plaatsje gevonden in posterrekken, waar doorheen gebladerd kan worden.

Alle Renaultreclameobjecten, Renault sturen, dashboards, logo’s e.d. die in de loop der jaren verzameld zijn dienen als verdere aankleding voor het museum.

Eigenlijk alles waar maar een Renault logo op staat, is interessant. 